Berlijn: dagkaartje voor het OV voor een paar euro

Ik ben al verschillende keren in Berlijn geweest voor werk, net als Laura. Die was ook al weleens privé geweest, maar ik nog niet. Waar je voor werk veelal eens een ritje in de U-Bahn of S-Bahn maakt, is dat privé wel anders. Als verrassing voor m’n moeder hebben we der meegenomen naar deze prachtige Duitse stad, om daar eens heerlijk een weekendje te genieten.

We vlogen op Schönefeld Airport, een kleine 20 kilometer van de stad, maar hoe kom je daar? Je kunt een taxi nemen of een goedkopere Uber natuurlijk. Wat nog chiller is, is gewoon met de S-Bahn of U-Bahn je weg richting het centrum vinden. De S-Bahn rijdt boven de grond, om de minuten en kan een beetje gezien worden als een sprinter zoals we die in Nederland kennen. De U-Bahn rijdt ondergronds en veel frequenter dan de S-Bahn, wat mij betreft een soort metro zoals we die ook kennen in verschillende Nederlandse steden.

Het netwerk beslaat nagenoeg de gehele stad en binnen één of twee overstappen ben je zo kilometers verder. Wij kozen ervoor om vanaf het vliegveld naar de stad te reizen met het openbaar vervoer. Je kunt kaartjes kopen voor een enkele rit of meerdere, maar je kunt ook een dagkaartje kopen. Van te voren is het wel handig om even te kijken waar je ongeveer naartoe wilt reizen, waar je slaapt en in welke zones dat is. Berlijn is qua openbaar vervoer namelijk opgedeeld in drie zones: A,B & C.

Zoals je wel kunt raden is de echte binnenstad zone A en de wat bredere ring ligt eromheen in zone B. Ga je echt naar de outskirts van de stad of vlieg je niet op Tegel dan heb je een kaartje nodig voor zone C en dat hadden wij dus ook. Aangezien we die dag nogal wat op de planning hadden staan, losse kaartjes en irritanter is en veel duurder, kozen we ervoor om een dagkaartje aan te schaffen. In Nederland bestaan zulke kaartjes waarmee je kunt trammen, metro’en en bussen niet eens en als dat wel zo was, zou je er heel wat meer voor betalen.

Een dagkaartje waarmee je onbeperkt Berlijn kunt rondreizen (behalve met de echte trein dan) kost je voor zone AB slechts €7,00 en 70 cent meer als je ook wilt kunnen reizen in en naar zone C. In Nederland kun je daarmee één keer van Amsterdam-Noord naar het centrum en dan ben je klaar, dus qua kosten is zo’n kaartje gewoonweg echt heel fijn. Daarnaast sluit alles goed op elkaar aan en als je eens iets mist wacht je een paar minuutjes of je neemt een korte detour.

Soms is het trouwens nog wel even zoeken waar je precies moet zijn, aangezien elk station tig in- en uitgangen heeft en je elke keer weer ergens anders de grond bovenkomt. Als je er wat langer bent of er woont, leer je dat natuurlijk makkelijk, maar ik vond het hilarisch. Elke keer weer gokken of je nou rechts of links moet en of je nou wel op dat bekende kruispunt uitkomt als je die trapt of niet. Al met al is het reizen in Berlijn zelf voor iedereen prima te doen, of je nou met Google Maps je route uitstippelt of even op een routekaart kijkt die op elk station te vinden is… en dat voor een paar Euro.