De woestijn bij Tozeur in Tunesië is er niet eentje zoals je ziet in de film: het is geen zandwoestijn met enorme duinen. Het is juist een woestijn met veel rotsen, droogte en borden dat je moet oppassen voor overstekende kamelen. Die kamelen hebben we tijdens de safari niet (levend) gezien, maar we bezochten wel een oase.
Bij onze groepsreis met Kras naar Tunesië kon je een excursie bijboeken: een jeepsafari naar een oase. Dat klinkt erg tof en dat is het ook, maar in onze reisomschrijving stond het wel iets anders omschreven. Immers doet het woord jeep je denken aan een spannende tocht in hoog en laag, door bijzonder terrein of met een open dak. Safari klinkt als iets waarbij je steeds weer andere locaties bezoekt om bijzondere dingen te zien.
Jeepsafari?
Dat was het allebei niet echt. We werden weliswaar naar twee plekken gereden: heel enerverend was de safari an sich niet. We reden gewoon op asfalt, heen een heel stuk rechtdoor naar de oase en daarna na een heleboel haarspeldjes nog naar een waterval. Misschien is het niet een ideale rit voor een touringcar, maar die jeeps voelden ook een beetje overdreven. Bovendien had ik er gewoon een ander beeld bij, meer zoals jeepsafari’s waarbij je van metershoge zandduinen afstuitert.
Een beetje teleurgesteld was ik in het begin wel, dat we deze jeepsafari voor 35 euro per persoon hadden bijgeboekt. Maar ik moet toegeven, dat de oase waar we naartoe gingen prachtig was. Echt heel erg mooi om te zien hoe die oase de stroom van een rivier volgt (en dus de palmbomen ook). We wandelden de boel toen we er eenmaal waren, met hier en daar een heel klein klimmetje, maar vooral prachtige vergezichten van palmbomen, steen en natuurlijk water. Het is erg indrukwekkend om te zien en ik had dat dan ook niet willen missen. Toch vraag ik me af waarom we dit niet inclusief in de reis hadden en met touringcar (zoals de rest).

Palmboomtroon
De oase was niet overal heel erg vol met bomen, maar de palmen die er stonden waren metershoog en zeer indrukwekkend. Het beekje dat naar beneden stroomde (of ja, de beek) had mooi helder water en je kon er zelfs even in gaan staan als je dat wilde. De souvenirverkopers waren niet al te vervelend, we hadden meer last van een Franse groep die constant de boel ophield en al onze ‘aanwijzingen’ negeerden. Maar goed, mooie kiekjes waren er zeker: van het grote berggeitenbeeld, van de rotsachtige omgeving, van de palmboomtroon (ja, die is er, tenminste, dat is wat ik erin zag. Foto volgt later!)…
Het is zo bizar dat het terrein dat dan zo vol geelbruine rotsen is, ineens wordt onderbroken door een jungle-achtig bos met palmbomen. Het was erg fijn om er rond te wandelen. Wat je echter bij deze oase niet hoeft te verwachten, dat is een heel arsenaal aan beesten. Ik had het idee dat er best eens bijzondere vogels zouden zijn, maar daarvoor is de oase misschien toch te klein (of ze hadden geen zin in de ‘busladingen’ toeristen, dat kan natuurlijk ook 😉 ).
Ben je slecht ter been, dan is dit bezoek een wat minder goed idee door de klimmetjes. Zorg ook dat je goede schoenen aandoet, want er waren in ons groepje mensen die erg last hadden van glibberige schoenen bij de door het water glad geworden stenen waar overheen gelopen moest worden op de terugweg. Ik vond het wel gezellig om mensen te helpen van steen naar steen te stappen of even als levende trapleuning te dienen, maar mocht je zelf iemand zijn die zich snel wat onzeker voelt of die bijvoorbeeld geen fijne knie heeft, houd er dan rekening mee dat dit tripje mogelijk een uitdaging is, ook al ben je maar twintig minuten aan de wandel.

Waterval
Het bezoek aan de ‘grande cascade’ was ook mooi, dat was een soort minivalleitje met daarbij een waterval. Je hoort hem al vanaf een afstandje en hoewel het geen enorme waterval is, is het wel lekker om er even bij te staan. Even luisteren, even je hand eronder (oke, het liefst had ik er in mijn bikini onder gaan staan) en fijne foto’s schieten van de felle zonnestralen bij het vallende water. Dat er bovenin bij enkele rotsen ook nog allemaal duif-achtige vogels rondvlogen (ha, toch nog!), maakte het helemaal een coole plek om te zijn.
Ik was nog nooit in een woestijn geweest (tenzij je Las Vegas meerekent), en ik ben blij dat ik dit heb gezien, met die bijzondere oase. Echter zit ik toch vooral te wachten op dat klassieke beeld van de woestijn, maar dat komt er ongetwijfeld nog wel eens van in Egypte, wanneer ik ook meteen op een kameel wil rijden (die staat al een tijd hoog op de lijst). Ik vond het juist voor deze reis naar Tunesië heel passend dat we in zo’n rotswoestijn zijn geweest. Er zijn ook zandduinen in dat land, maar op onze reis hebben we eigenlijk alleen rotswoestijn gezien, dus dat is wel zo passend. Alleen zou ik het geen safari noemen, maar een bezoek. Een heerlijk bezoek om even de benen te strekken.
