Natuurlijk is er al jaren de Euro, het betaalmiddel in de Europese Unie. Handig wel, want zo hoef je nooit geld te wisselen als je een tripje hebt of op vakantie gaat. Wat dan wel jammer is, is dat je dus ook geen buitenlands geld meer kunt sparen of moet omrekenen wat je koffie, souvenir of maaltijd nou eigenlijk kost. Dat is natuurlijk wel zo in andere landen, maar moet je van te voren nog geld wisselen?
Ik weet het nog wel van vroeger, naar het geldwisselkantoor om geld te halen voor de aankomende vakantie. Via de bank of een geldwisselkantoor, enkele dagen voordat de vlucht ging, zodat je alvast wat geld had voor het begin. M’n moeder vond het ook altijd handig, maar die transactiekosten waren altijd al belachelijk hoog, zonde natuurlijk.
Als je wat teveel had opgenomen en weer mee terug nam naar Nederland kon je dat uiteraard ook weer terugwisselen bij het het GWK. Ook dat kostte weer het nodige, waardoor al dat gewissel nog best wat kostte. Tegenwoordig kun je natuurlijk nog steeds geld wisselen, voor nagenoeg elk exotisch land waar je naar toe gaat, maar ik zou het afraden.
We leven inmiddels in 2019, overal kun je geld opnemen en dat kost je een stuk minder dan een officieel wisselkantoor. Geld pinnen kan dan ook vaak nog via een creditcard en ook die hebben steeds meer Nederlanders op zak. Daarnaast heb je ook wisselkantoren in het buitenland en die vragen vaak wat minder transactiekosten, waardoor je meer geld krijgt… voor je geld.
Laura en ik hadden bijvoorbeeld nog wat geld gewisseld op Schiphol voor onze reis naar Thailand vorig jaar, “want je weet maar nooit”. Onzin natuurlijk, wat ook daar weer werd bevestigd, want de geldautomaten lachen je toe zodra je geland bent. Wel is het ook altijd handig om wat euro’s mee te nemen, want ook die kun je vaak kwijt in het buitenland en zijn soms nog wat gewilder, waardoor je goedkoper uit kunt zijn voor de spullen die je wilt kopen.