Vaak vlieg je als je naar China reist aan op Peking en dat betekent dat je meteen met je neus in de boter kunt vallen wat betreft bucketlistdingetjes. Bij Peking vind je namelijk de Chinese muur. Een van de meestbezochte plekken is Mutianyu, waar je gek genoeg met een rodelbaan naar beneden kunt.
Je kunt eigenlijk niet naar China gaan zonder de Chinese Muur te hebben bewandeld. Het is een verdedigingsgrens van -ik kan het nog steeds niet geloven- 6.000 kilometer. Hij was gebouwd om te zorgen dat het Chinese Keizerrijk kon worden beschermd tegen nomadische volken die het niet zo op de gevestigde orde hadden. De muur loopt van Qinhuangdao tot Jiayuguan en is tijdens de Ming-dynastie gecreeërd (van de 14e eeuw tot de 18e eeuw).

Zevende eeuw voor Christus
Het eerste stuk muur schijnt echter uit de zevende eeuw voor Christus te komen. Want ja, zo’n enorm lange muur bouw je niet zomaar even. Je ziet ook wel aan de muur dat hij niet overal even goed is: sommige stukjes zijn wat smaller, of wat lelijker, en andere zijn juist piekfijn in orde. De totale lengte van alle muurstukken bij elkaar is trouwens nog veel langer: dat is 21.000 kilometer. Maar: hij is niet zichbaar vanaf de maan hoor.

Wat ik me nooit had gerealiseerd is dat de Chinese muur natuurlijk niet alleen muur is. Er zijn geweldige poorten en ramen die een geweldig kijkje bieden naar de mooie natuur die er om de muur te vinden is. Het is zo groen, zo drukbebost (bij Mutianyu tenminste), je kunt er geweldige foto’s maken. Het grijs met het groen is een geweldige combinatie. Maar de muur is zo lang: er zijn ook heel andere omgevingen te fotograferen, afhankelijk van waar je bent.
Ik weet nog goed dat we net in China waren en al vrij snel naar de Chinese muur gingen: letterlijk en figuurlijk een hoogtepunt. Niet alleen wordt het gezien als een van de zeven wereldwonderen, het feit dat je er ook nog zelf op kunt lopen is natuurlijk geweldig. En als je niet omhoog wil lopen dan gaan er ook kabelbaantjes geloof ik. Ik wilde eigenlijk ook naar beneden lopen, maar toen zag ik dat er een rodelbaan was.

Rodelbaan, hoe bedenk je het?
Dat vond ik zo vreemd op zo’n plek, dat ik had besloten de rodelbaan te nemen naar beneden. Dat was kort maar krachtig, ik vond het hilarisch. Hoe bedenk je dat nou, zo’n wintersport-achtige alp-gebied-attractie middenin het Chinese groen, nota bene om een van de oudste bouwwerken allertijden af te komen. Ik raad het iedereen aan. Het is grappig en biedt weer even een andere manier van vervoer dan wandelen alleen.
Maar natuurlijk moet je vooral ook lekker even flink wat stappen zetten op die Chinese Muur. Waarschijnlijk zal je er niet heel vaak meer komen en het is toch een heel fascinerend. Bovendien kun je er ook heel ver op wandelen, waardoor je er zo een middag zoet bent. En als je voeten dan een beetje moe zijn geworden, dan kun je lachend en wel weer van de Chinese Muur afrodelen. Doen!
