De rieten daken zijn enorm steil: allemaal om te zorgen dat de huisjes de sneeuwval aankunnen. Gassho, zo noemen ze de bijzondere boerenhuisjes in Sirakawago, een historisch dorpje in de Japanse Alpen. Je weet niet wat je ziet als je in Sirakawago arriveert. Het is weer zo’n andere wereld dan wat je waarschijnlijk al hebt gezien tijdens je reis in Japan.

Het grappige is dat dit dorpje eigenlijk een soort Japan binnen Japan is. Het is een lange tijd afgesloten geweest van de rest van het land, waardoor het een heel eigen leefwijze en ontwerpstijl heeft. De meeste boeren die er woonden, teelden moerbeien en zijderupsen. Inmiddels is het erg toeristisch geworden. Je kunt er bijvoorbeeld ook verblijven in zo’n Gassho en dat hebben we gelukkig gedaan. Ik vond het een van de hoogtepunten van onze reis. Lekker met een groepje op tatamimatjes op de grond slapen en met zijn allen in de woonkamer op de grond eten. Sommige verblijven waren afgesloten door die prachtige Japanse schuifdeuren, dus het voelde heel authentiek.


Van Kyoto naar de Japanse Alpen
Het was heerlijk: even in zo’n berg-achtig gebied verblijven nadat we net in de stad waren geweest waar ik helemaal verliefd op ben geworden: Kyoto. Aangezien ik de avond voor het vroege vertrek tot redelijk laat in een reggaebar had gehangen met een net-nieuw-gemaakte Japanse vriend, compleet met traditionele Japanse drank gemaakt van gefermenteerde tarwe, was ik niet heel erg blij dat we om 6 uur weg moesten, maar eenmaal aangekomen in Sirakawago was ik de moeheid allang weer vergeten.
Vanuit Kyoto even met de trein, toen een prachtige busrit door die Japanse alpen, die een heerlijke sneeuwdeken over zich heen hadden getrokken, en we arriveerden in dat schattige dorpje. Het is eigenlijk gewoon één grote straat, waarbij je naar boven kunt lopen om bij je oude boerderijtje waar je slaapt te arriveren. Er is niet per se heel veel te doen, behalve rondwandelen, dus verwacht geen arsenaal aan entertainment.


Ijskoud
De zon scheen vrij hard, waardoor de sneeuw aardig smolt. Toch was dat geen probleem, want zodra de zon ’s avonds weg was, werd het ijskoud. Gelukkig hadden we een soort elektrisch tapijt liggen, waardoor we warm werden gehouden. Het avondeten was zo fantastisch: het was wederom allemaal kleine bakjes, wat ik sowieso al geweldig vind. En ik kreeg ook nog eens een heerlijke vegetarische maaltijd, waardoor ik al meteen helemaal zin had in het ontbijt de volgende morgen. Natuurlijk was dat ook heerlijk, want eigenlijk was alles tijdens ons verblijf in deze bijzondere gebouwen, deze bijzondere streek en in dit bijzondere land perfect. Poeh, ik wil erg graag terug!


