Toen Colin en ik naar Wenen gingen, zeiden mensen allemaal: ‘Oh ja, dan moet je zéker Sacher Torte gaan eten, dat is echt iets voor jou!’ Op zich een logische opmerking: ik eet geen vlees dus wiener schnitzel is niet aan mij besteed (hoewel… daar volgt nog wel een blog over ;)) en ik ben een enorme chocoholic, dus Sacher Torte is dan inderdaad een goede match. Toch koos ik voor apfelstrudel.

We hebben in Wenen ook Sacher Torte gegeten, om precies te zijn in het paleis van Sisi, want zo zijn wij (hihi, totaal niet, maar dat kwam zo uit), maar er is een reden dat ik juist apfelstrudel eten op mijn bucketlist had staan. Dat is een klein beetje een jeugdtrauma, als ik even zielig mag doen. Niet echt hoor, maar wel een beetje. Mijn ouders zijn sportieve mensen. Te sportief. Vooral als je jong bent en geen keuze hebt, dan is dat erg vervelend: een fietsvakantie in de Zwitserse bergen en een bergsportreis naar Oostenrijk bijvoorbeeld. Blergh.
Bij die laatste hadden we dus de hele vakantie gewandeld, geklommen en afschuwelijk vies, droog bergbrood gegeten in de hutten die we bezochten. Geen feest. Dus, toen we eenmaal beneden kwamen uit de bergen (lopend natuurlijk), was ik dolblij dat we met het groepje een busje in konden stappen om naar het dichtstbijzijnde stadje te rijden voor iets waar ik al de hele tijd naar uitkeek: een lekker zoetigheidje. Iets waar mijn smaakpapillen vreugdedansjes van konden doen.

Sportief
Zo ging dat natuurlijk helemaal niet. We gingen niet met het busje mee, want zoals ik al schreef: mijn ouders zijn sportief. Te sportief. Wij gingen wel gewoon lopen naar het stadje, dat was niet zo ver. Hoewel ik natuurlijk jammerde dat ik al zoveel had gelopen uit die bergen naar beneden, begreep ik toen ik de nummerplaat van het weggereden busje niet meer kon lezen ook wel dat ik geen keuze had. Mijn ouders hebben me toen maar een soort wortel voorgehouden in de vorm van een stuk apfelstrudel. Dat zou ik krijgen als we klaar waren met wandelen.
Uiteindelijk heb ik na drie uur lopen een stuk apfelstrudel gekregen, want mijn ouders zijn sportief, ook op die andere manier. Het was inderdaad goddelijk. Ik had er immers ook veel voor gedaan. Nu was ik toen een jaar of 10 en elke keer als ik later weer in Oostenrijk was (gelukkig voor wintersport), at ik weer apfelstrudel. Maar, in het centrum van Oostenrijk, Wenen, was ik nog nooit geweest. Ik had er veel over gehoord, dus ik vond het hoog tijd om in 2019 naar Wenen te gaan. Zo gezegd zo gedaan. Daar moest natuurlijk ook apfelstrudel worden gegeten, want dat is de ultieme plek voor zoiets.
Colin en ik schoven op de Albertinaplatz aan in Café Mozart, want dat is wel zo’n klassieke plek om zo’n mooi stukje gebak te eten. Eigenlijk wilde ik naar de Apfelstrudelshow bij Sisi’s paleis, maar die was dicht, want -zo zal je nog leren hier op Reislist- tijdens ons weekend in Wenen was eigenlijk alles dicht. Dat geeft niet, want de apfelstrudel die we nu hebben gegeten kwam ook uit de keuken van de Apfelstrudelshow. Ha!

Apfelstrudel bij Café Mozart
Je moet er wel wat voor betalen. Voor een stukje apfelstrudel met vanillesaus betaal je al gauw zo’n 7 euro. Ik nam er nog een limonade bij van 5 euro en dan is je ‘koffiemomentje’ al gauw 15 euro. Nu is dat niet erg, want je kunt deze lekkernijen prima delen. Colin en ik smikkelden samen van de apfelstrudel en we konden die enorme fles limonade die we kregen ook prima samen opdrinken. Het is natuurlijk een beetje cheap om het zo te doen, maar wat maakt jou het uit: je kunt dan nog een keer ergens anders de andere helft van het geld uitgeven.
Ik vond de apfelstrudel overigens niet extreem bijzonder. Het was natuurlijk heerlijk en speciaal omdat het een bucketlistvinkje betekende, maar de appels die ze gebruikten waren niet enorm sterk van smaak. De texturen waren wel perfect, zeker in combinatie met die fijne vanillesaus. Heerlijk, maar je hoeft dus echt niet per se naar Wenen om geweldige apfelstrudel te eten. En wat je al helemaal niet moet doen, dat is er uren voor gaan lopen. 😉

Een gedachte over “Die kan van de bucketlist: apfelstrudel in Café Mozart”